Op 8 april heeft Tinka Chabot een sprankelende workshop over snoeien gehouden. De workshop nam een groot deel van de dagen werd gelardeerd met lunch en borrel. Voor mij was in het bijzonder het theoretische deel aansprekend. Tinka begon met een exposé over het benodigde gereedschap, de redenen om te snoeien, wanneer en wat je moet snoeien, en hoe je moet snoeien.
In alle gevallen moeten worden verwijderd:
• zieke, dode en beschadigde takken;
• uitlopers of wildopslag: takken die onder de entplaats (verdikte gedeelte in een stam) ontspringen;
• kruisende takken: takken die dwars door de struik groeien en daardoor andere takken beschadigen;
• zuigers: takken die loodrecht omhoog groeien en die de functie van de hoofdtak over kunnen nemen;
• een dubbele top: als twee takken tegelijkertijd recht omhoog groeien, vormen ze een dubbele top. Een van de twee takken dient verwijderd te worden, om uitscheuren van de stam bij storm te voorkomen
• terugloop: groen gekleurd blad in een bontbladige plant, rechte takken in een kronkelplant;
• waterloten: takken die kort na een snoeibeurt naast de takkrans ontstaan. In een vroeg stadium kunt u ze met de hand wegvegen.
• Onderste takken, het zogenaamde “opkronen”: Om voldoende ruimte te creëren om onder een boom door te kunnen lopen of maaien, kan het noodzakelijk zijn om de onderste takken te verwijderen. Bepaal waar de blijvende kroon moet beginnen en haal alle takken eronder in de loop der jaren weg. Begin met de dikste takken, ook al zitten die hoger in de boom, om de snoeiwonden zo klein mogelijk te houden.
Van alles kwam hierbij aan de orde: fruitbomen en -struiken, hagen en solitairen. Onze docente had ook een leerzaam rariteitenkabinet aan foto’s van verkeerd behandelde bomen en struiken meegenomen, dat zal mij niet overkomen dacht ik toen nog.
De middag was voor het praktijkgedeelte bestemd, en dat vond plaats in mijn tuin. Tinka zat regelmatig op haar knieën aanschouwelijk onderwijs te geven. Ik heb geleerd dat je onder hortensia’s geen blad mag laten liggen omdat dat de jonge scheuten doet verpieteren, de ramblers en andere klimrozen had ik toch echt wat steviger moeten snoeien om hangende takken te voorkomen, mijn Japanse esdoorns waar ik beretrots op ben hadden toch echt last van kapstokken, het idee dat ik mijn haagbeukhaag op vijf meter hoogte kon houden door te toppen was een illusie, links en rechts werden plakoksels ontdekt. Het leek een extra zware middag voor mij te worden toen één van de deelnemers aan Tinka vroeg wat voor cijfer ze mijn tuin zou geven. Wijselijk ging ze daar niet op in. Maar goed ook voor het betreffende lid, ik had hem bij een onvoldoende ter plekke geroyeerd.
De dag erop heb ik mijn ramblers kortgeknipt, en ik ben ook op mijn knieën de bladeren wezen weghalen onder de hortensia’s. En heus, ik heb daardoor vele jonge scheuten gered van het verpieteren. Zo’n workshop is zo gek nog niet.